Helden
2011. We wonen net een jaar in ons nieuwe -oude- huis. De grote klussen zijn in volle gang. Het zal nog meer dan 10 jaar duren voordat alles af is, maar dat weten we dan nog niet. EĆ©n van de eerste klussen die we aanpakken is de nokverhoging zodat er een ruime zolderkamer voor Joost ontstaat.
De kamer ken ik al jaren. Ruud is hier opgegroeid. In de jaren '70 en '80 hebben we hier onze jeugd doorgebracht. Het naspelen van oorlogen met Airfix soldaatjes. De middelbare schooljaren. Het ontdekken van iconen als: Peter Gabriel, David Bowie, Lou Reed, Leonard Cohen en Joy Division. Het bouwen van muziekinstallaties. Alles gebeurt op deze onwaarschijnlijk lage vlieringkamer. Het is er tjokvol. En bedompt.
Na de verbouwing is de kamer ruim, licht, schoon, wit. Het geurt er naar hout, verf en nieuwe vloerbedekking. Dertig jaar is verstreken. Joost is zeventien. HAVO-scholier. Het kunstenaarstalent tekent zich al duidelijk af. Nieuwe helden doen de intrede. Radiohead, Coldplay, Red Hot Chili Peppers.
Er moet een muurschildering komen in zwart/wit. Nieuwe en oude helden in het groot op de wand boven het bed. Een zelfportret van Joost in het midden. Hij ontwerpt de collage zelf op de computer. Wat mij destijds dagen dokawerk kostte is nu een druk op de knop.
Bij het aanbrengen van de acrylverf aarzelt hij. Ik moedig hem aan. Zelf begin ik met Bob Marley linksboven en Joost start met Bono rechtsonder. We hebben slechts een paar oriƫntatielijntjes met potlood aangebracht om de juiste positie en verhouding van de portretten te bepalen. De beamer als hulpmiddel.
"We gaan niet alles letterlijk overtrekken wat we projecteren; er moet ook vrij geschilderd worden" "Dat maakt het spontaner"
(Weer een lichte aarzeling.) "De dood of de gladiolen!" "We kunnen er altijd overheen witten als het echt mislukt".
Het helpt. Het beeld vordert gestaag, de helden krijgen vorm. Een tijdsbeeld ontstaat. Een nog jonge Joost kijkt ons vanaf die tijd dromerig aan. Ingeklemd tussen Peter Gabriel en Tom Yorke van Radiohead.
Het eerste gesamtkunstwerk van vader en zoon is een feit.
De kamer ken ik al jaren. Ruud is hier opgegroeid. In de jaren '70 en '80 hebben we hier onze jeugd doorgebracht. Het naspelen van oorlogen met Airfix soldaatjes. De middelbare schooljaren. Het ontdekken van iconen als: Peter Gabriel, David Bowie, Lou Reed, Leonard Cohen en Joy Division. Het bouwen van muziekinstallaties. Alles gebeurt op deze onwaarschijnlijk lage vlieringkamer. Het is er tjokvol. En bedompt.
Na de verbouwing is de kamer ruim, licht, schoon, wit. Het geurt er naar hout, verf en nieuwe vloerbedekking. Dertig jaar is verstreken. Joost is zeventien. HAVO-scholier. Het kunstenaarstalent tekent zich al duidelijk af. Nieuwe helden doen de intrede. Radiohead, Coldplay, Red Hot Chili Peppers.
Er moet een muurschildering komen in zwart/wit. Nieuwe en oude helden in het groot op de wand boven het bed. Een zelfportret van Joost in het midden. Hij ontwerpt de collage zelf op de computer. Wat mij destijds dagen dokawerk kostte is nu een druk op de knop.
Bij het aanbrengen van de acrylverf aarzelt hij. Ik moedig hem aan. Zelf begin ik met Bob Marley linksboven en Joost start met Bono rechtsonder. We hebben slechts een paar oriƫntatielijntjes met potlood aangebracht om de juiste positie en verhouding van de portretten te bepalen. De beamer als hulpmiddel.
"We gaan niet alles letterlijk overtrekken wat we projecteren; er moet ook vrij geschilderd worden" "Dat maakt het spontaner"
(Weer een lichte aarzeling.) "De dood of de gladiolen!" "We kunnen er altijd overheen witten als het echt mislukt".
Het helpt. Het beeld vordert gestaag, de helden krijgen vorm. Een tijdsbeeld ontstaat. Een nog jonge Joost kijkt ons vanaf die tijd dromerig aan. Ingeklemd tussen Peter Gabriel en Tom Yorke van Radiohead.
Het eerste gesamtkunstwerk van vader en zoon is een feit.